We Love God!

God: "I looked for someone to take a stand for me, and stand in the gap" (Ezekiel 22:30)

The Christian community tips its hat to the nobility of meekness, but in practice pride often wins the day.
Jerry Wragg

Some advice… about first dates. For the man, be polite, well dressed, and on time. All of these things show respect and consideration. Don’t be so intent on impressing her with worldly things, such as your car and the money you can spend, at least if you are hoping for the kind of woman commended in the Bible. Take her to a place that will make her feel comfortable and safe. Take an interest in her, and don’t talk all the time. Ask her questions and listen to what she says in reply. You should be interested in getting to know her heart and the character of her relationship to Christ. Above all, our Lord commands you: “Love your neighbor as yourself” (Matt. 19:19). Your guiding rule should be to ensure that a woman who spends time with you is spiritually encouraged by the experience. You must take responsibility to ensure that conversation is wholesome and godly. Remember that you are out either with your future wife or with the future wife of some other Christian man. Start honoring marriage now (Heb. 13:4), and thus honor God. If this is not the woman whom God has for you to marry, then assume that her future husband may be on a first date with your future wife. Do unto him as you would have him do unto you (Richard and Sharon Phillips).
Other Authors

Bible – dutch – FREE Online Hollands Statenvertaling. 1 Zendbrief van Johannes Chapter 1:1-10.

Main Index: Hollands Statenvertaling

 

1 Zendbrief van Johannes 1

[1]
[2]
[3]
[4]
[5]

1:1 Hetgeen van den beginne was, hetgeen wij gehoord hebben, hetgeen wij gezien hebben met onze ogen, hetgeen wij aanschouwd hebben, en onze handen getast hebben, van het Woord des levens;

1:2 (Want het Leven is geopenbaard, en wij hebben het gezien, en wij getuigen, en verkondigen ulieden dat eeuwige Leven, Hetwelk bij den Vader was, en ons is geopenbaard.)

1:3 Hetgeen wij dan gezien en gehoord hebben, dat verkondigen wij u, opdat ook gij met ons gemeenschap zoudt hebben, en deze onze gemeenschap ook zij met den Vader, en met Zijn Zoon Jezus Christus.

1:4 En deze dingen schrijven wij u, opdat uw blijdschap vervuld zij.

1:5 En dit is de verkondiging, die wij van Hem gehoord hebben, en wij u verkondigen, dat God een Licht is, en gans geen duisternis in Hem is.

1:6 Indien wij zeggen, dat wij gemeenschap met Hem hebben, en wij in de duisternis wandelen, zo liegen wij, en doen de waarheid niet.

1:7 Maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, zo hebben wij gemeenschap met elkander, en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.

1:8 Indien wij zeggen, dat wij geen zonde hebben, zo verleiden wij ons zelven, en de waarheid is in ons niet.

1:9 Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid.

1:10 Indien wij zeggen, dat wij niet gezondigd hebben, zo maken wij Hem tot een leugenaar, en Zijn woord is niet in ons.