We Love God!

God: "I looked for someone to take a stand for me, and stand in the gap" (Ezekiel 22:30)

But how then may the Lord’s guidance be expected?... In general, He guides and directs His people, by affording them, in answer to prayer, the light of His Holy Spirit, which enables them to understand and to love the Scriptures. The Word of God is not to be used as a lottery, nor is it designed to instruct us by shreds and scraps, which, detached from their proper places, have no determinate import; but it is to furnish us with just principles, right apprehensions to regulate our judgments and affections, and thereby influence and direct our conduct.
John Murray

Gratitude is the return justly required from the objects of His beneficence; yet it is often withheld from our great Benefactor simply because His goodness is so constant and so abundant. It is lightly esteemed because it is exercised toward us in the common course of events. It is not felt because we daily experience it.
A.W. Pink

Bible – dutch – FREE Online Hollands Statenvertaling. Hooglied van Salomo Chapter 6:1-13.

Main Index: Hollands Statenvertaling

 

Hooglied van Salomo 6

[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
[7]
[8]

6:1 Waar is uw Liefste heengegaan, o gij schoonste onder de vrouwen? Waarheen heeft uw Liefste het aangezicht gewend, opdat wij Hem met u zoeken?

6:2 Mijn Liefste is afgegaan in Zijn hof, tot de specerijbedden, om te weiden in de hoven, en om de lelien te verzamelen.

6:3 Ik ben mijns Liefsten, en mijn Liefste is mijn, Die onder de lelien weidt.

6:4 Gij zijt schoon, Mijn vriendin, gelijk Thirza, liefelijk als Jeruzalem, schrikkelijk als slagorden met banieren.

6:5 Wend uw ogen van Mij af, want zij doen Mij geweld aan; uw haar is als een kudde geiten, die het gras van Gilead afscheren.

6:6 Uw tanden zijn als een kudde schapen, die uit de wasstede opkomen, die al te zamen tweelingen voortbrengen, en onder dezelve is geen jongeloos.

6:7 Uw wangen zijn als een stuk van een granaatappel tussen uw vlechten.

6:8 Er zijn zestig koninginnen en tachtig bijwijven, en maagden zonder getal.

6:9 Een enige is Mijn duive, Mijn volmaakte, de enige harer moeder, zij is de zuivere dergenen, die haar gebaard heeft; als de dochters haar zien, zo zullen zij haar welgelukzalig roemen, de koninginnen en de bijwijven; en zij zullen haar prijzen.

6:10 Wie is zij, die er uitziet als de dageraad, schoon, gelijk de maan, zuiver als de zon, schrikkelijk als slagorden met banieren?

6:11 Ik ben tot den notenhof afgegaan om de groene vruchten der vallei te zien; om te zien, of de wijnstok bloeide, de granaatbomen uitbotten.

6:12 Eer ik het wist, zette mij mijn ziel op de wagens van mijn vrijwillig volk.

6:13 Keer weder, keer weder, o Sulammith! Keer weder, keer weder, dat wij u mogen aanzien. Wat ziet gijlieden de Sulammith aan? Zij is als een rei van twee heiren.