We Love God!

God: "I looked for someone to take a stand for me, and stand in the gap" (Ezekiel 22:30)

I have my own private opinion that there is no such thing as preaching Christ and Him crucified, unless we preach what nowadays is called Calvinism. It is a nickname to call it Calvinism; Calvinism is the gospel, and nothing else. I do not believe we can preach the gospel, if we do not preach justification by faith, without works; nor unless we preach the sovereignty of God in His dispensation of grace; nor unless we exalt the electing, unchanging, eternal, immutable, conquering love of Jehovah; nor do I think we can preach the gospel, unless we base it upon the special and particular redemption of His elect and chosen people which Christ wrought out upon the cross; nor can I comprehend a gospel which lets saints fall away after they are called, and suffers the children of God to be burned in the fires of damnation after having once believed in Jesus. Such a gospel I abhor.
C.H. Spurgeon

Bible – dutch – FREE Online Hollands Statenvertaling. Klaagliederen van Jeremia Chapter 5:1-22.

Main Index: Hollands Statenvertaling

 

Klaagliederen van Jeremia 5

[1]
[2]
[3]
[4]
[5]

5:1 Gedenk, HEERE, wat ons geschied is, aanschouw het, en zie onzen smaad aan.

5:2 Ons erfdeel is tot de vreemdelingen gewend, onze huizen tot de uitlanders.

5:3 Wij zijn wezen zonder vader, onze moeders zijn als de weduwen.

5:4 Ons water moeten wij voor geld drinken; ons hout komt ons op prijs te staan.

5:5 Wij lijden vervolging op onze halzen; zijn wij woede, men laat ons geen rust.

5:6 Wij hebben den Egyptenaar de hand gegeven, en den Assyrier, om met brood verzadigd te worden.

5:7 Onze vaders hebben gezondigd, en zijn niet meer, en wij dragen hun ongerechtigheden.

5:8 Knechten heersen over ons; er is niemand, die ons uit hun hand rukke.

5:9 Wij moeten ons brood met gevaar onzes levens halen, vanwege het zwaard der woestijn.

5:10 Onze huid is zwart geworden gelijk een oven, vanwege den geweldigen storm des hongers.

5:11 Zij hebben de vrouwen te Sion verkracht, en de jonge dochters in de steden van Juda.

5:12 De vorsten zijn door hunlieder hand opgehangen; de aangezichten der ouden zijn niet geeerd geweest.

5:13 Zij hebben de jongelingen weggenomen, om te malen, en de jongens struikelen onder het hout.

5:14 De ouden houden op van de poort, de jongelingen van hun snarenspel.

5:15 De vreugde onzes harten houdt op, onze rei is in treurigheid veranderd.

5:16 De kroon onzes hoofds is afgevallen; o wee nu onzer, dat wij zo gezondigd hebben!

5:17 Daarom is ons hart mat, om deze dingen zijn onze ogen duister geworden.

5:18 Om des bergs Sions wil, die verwoest is, waar de vossen op lopen.

5:19 Gij, o HEERE, zit in eeuwigheid, Uw troon is van geslacht tot geslacht.

5:20 Waarom zoudt Gij ons steeds vergeten? Waarom zoudt Gij ons zo langen tijd verlaten?

5:21 HEERE, bekeer ons tot U, zo zullen wij bekeerd zijn; vernieuw onze dagen als van ouds.

5:22 Want zoudt Gij ons ganselijk verwerpen? Zoudt Gij zozeer tegen ons verbolgen zijn?