Main Index: Hollands Statenvertaling

 

Het Evangelie van Matthèüs 1

[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
[7]
[8]
[9]
[10]
[11]
[12]
[13]
[14]
[15]
[16]
[17]
[18]
[19]
[20]
[21]
[22]
[23]
[24]
[25]
[26]
[27]
[28]

1:1 Het boek des geslachts van JEZUS CHRISTUS, den Zoon van David, den zoon van Abraham.

1:2 Abraham gewon Izak, en Izak gewon Jakob, en Jakob gewon Juda, en zijn broeders;

1:3 En Juda gewon Fares en Zara bij Thamar; en Fares gewon Esrom, en Esrom gewon Aram;

1:4 En Aram gewon Aminadab, en Aminadab gewon Nahasson, en Nahasson gewon Salmon;

1:5 En Salmon gewon Booz bij Rachab, en Booz gewon Obed bij Ruth, en Obed gewon Jessai;

1:6 En Jessai gewon David, den koning; en David, den koning, gewon Salomon bij degene, die Uria’s vrouw was geweest;

1:7 En Salomon gewon Roboam, en Roboam gewon Abia, en Abia gewon Asa;

1:8 En Asa gewon Josafat, en Josafat gewon Joram, en Joram gewon Ozias;

1:9 En Ozias gewon Joatham, en Joatham gewon Achaz, en Achaz gewon Ezekias;

1:10 En Ezekias gewon Manasse, en Manasse gewon Amon, en Amon gewon Josias;

1:11 En Josias gewon Jechonias, en zijn broeders, omtrent de Babylonische overvoering.

1:12 En na de Babylonische overvoering gewon Jechonias Salathiel, en Salathiel gewon Zorobabel;

1:13 En Zorobabel gewon Abiud, en Abiud gewon Eljakim, en Eljakim gewon Azor;

1:14 En Azor gewon Sadok, en Sadok gewon Achim, en Achim gewon Elihud;

1:15 En Elihud gewon Eleazar, en Eleazar gewon Matthan, en Matthan gewon Jakob;

1:16 En Jakob gewon Jozef, den man van Maria, uit welke geboren is JEZUS, gezegd Christus.

1:17 Al de geslachten dan, van Abraham tot David, zijn veertien geslachten; en van David tot de Babylonische overvoering, zijn veertien geslachten; en van de Babylonische overvoering tot Christus, zijn veertien geslachten.

1:18 De geboorte van Jezus Christus was nu aldus; want als Maria, zijn moeder, met Jozef ondertrouwd was, eer zij samengekomen waren, werd zij zwanger bevonden uit den Heiligen Geest.

1:19 Jozef nu, haar man, alzo hij rechtvaardig was, en haar niet wilde openbaarlijk te schande maken, was van wil haar heimelijk te verlaten.

1:20 En alzo hij deze dingen in den zin had, ziet, de engel des Heeren verscheen hem in den droom, zeggende: Jozef, gij zone Davids! wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, tot u te nemen; want hetgeen in haar ontvangen is, dat is uit den Heiligen Geest;

1:21 En zij zal een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heten JEZUS; want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.

1:22 En dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden, hetgeen van den Heere gesproken is, door den profeet, zeggende:

1:23 Ziet, de maagd zal zwanger worden, en een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heten Emmanuel; hetwelk is, overgezet zijnde, God met ons.

1:24 Jozef dan, opgewekt zijnde van den slaap, deed, gelijk de engel des Heeren hem bevolen had, en heeft zijn vrouw tot zich genomen;

1:25 En bekende haar niet, totdat zij dezen haar eerstgeboren Zoon gebaard had; en heette Zijn naam JEZUS.