We Love God!

God: "I looked for someone to take a stand for me, and stand in the gap" (Ezekiel 22:30)

God’s most striking victories arise out of the graves of apparent defeat.
Unknown Author

From His possession of this “mind,” and in indescribable generosity He looked at the things of others, and descended with His splendor eclipsed – appeared not as a God in glory, but clothed in flesh; not in royal robes, but in the dress of a village youth; not as Deity in fire, but a man in tears; not in a palace, but in a manger; not with a thunderbolt in His hand, but with the hatchet and hammer of a Galilean mechanic.
John Eadie

Bible – dutch – FREE Online Hollands Statenvertaling. Job Chapter 35:1-16.

Main Index: Hollands Statenvertaling

 

Job 35

[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
[7]
[8]
[9]
[10]
[11]
[12]
[13]
[14]
[15]
[16]
[17]
[18]
[19]
[20]
[21]
[22]
[23]
[24]
[25]
[26]
[27]
[28]
[29]
[30]
[31]
[32]
[33]
[34]
[35]
[36]
[37]
[38]
[39]
[40]
[41]
[42]

35:1 Elihu antwoordde verder, en zeide:

35:2 Houdt gij dat voor recht, dat gij gezegd hebt: Mijn gerechtigheid is meerder dan Gods?

35:3 Want gij hebt gezegd: Wat zou zij u baten? Wat meer voordeel zal ik daarmede doen, dan met mijn zonde?

35:4 Ik zal u antwoord geven, en uw vrienden met u.

35:5 Bemerk den hemel en zie; en aanschouw de bovenste wolken, zij zijn hoger dan gij.

35:6 Indien gij zondigt, wat bedrijft gij tegen Hem? Indien uw overtredingen menigvuldig zijn, wat doet gij Hem?

35:7 Indien gij rechtvaardig zijt, wat geeft gij Hem, of wat ontvangt Hij uit uw hand?

35:8 Uw goddeloosheid zou zijn tegen een man, gelijk gij zijt, en uw gerechtigheid voor eens mensen kind.

35:9 Vanwege hun grootheid doen zij de onderdrukten roepen; zij schreeuwen vanwege den arm der groten.

35:10 Maar niemand zegt: Waar is God, mijn Maker, die de psalmen geeft in den nacht?

35:11 Die ons geleerder maakt dan de beesten der aarde, en ons wijzer maakt dan het gevogelte des hemels?

35:12 Daar roepen zij; maar Hij antwoordt niet, vanwege den hoogmoed der bozen.

35:13 Gewisselijk zal God de ijdelheid niet verhoren, en de Almachtige zal die niet aanschouwen.

35:14 Dat gij ook gezegd hebt: Gij zult Hem niet aanschouwen; er is nochtans gericht voor Zijn aangezicht, wacht gij dan op Hem.

35:15 Maar nu, dewijl het niets is, dat Zijn toorn Job bezocht heeft, en Hij hem niet zeer in overvloed doorkend heeft;

35:16 Zo heeft Job in ijdelheid zijn mond geopend, en zonder wetenschap woorden vermenigvuldigd.