We Love God!

God: "I looked for someone to take a stand for me, and stand in the gap" (Ezekiel 22:30)

Aggravating all of these areas (of legalism) is a class of people who have come to be known as “controllers.” These are people who are not willing to let you live your life before God as you believe He is leading you. They have all the issues buttoned down and have cast-iron opinions about all of them. These people only know black and white. There are no gray areas to them. They insist you live your Christian life according to their rules and their opinions. If you insist on being free to live as God wants you to live, they will try to intimidate you and manipulate you one way or another. Their primary weapons are “guilt trips,” rejection, or gossip. These people must be resisted. We must not allow them to subvert the freedom we have in Christ.
Jerry Bridges

Bible – dutch – FREE Online Hollands Statenvertaling. Psalmen Chapter 3:1-8.

Main Index: Hollands Statenvertaling

 

Psalmen 3

[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
[7]
[8]
[9]
[10]
[11]
[12]
[13]
[14]
[15]
[16]
[17]
[18]
[19]
[20]
[21]
[22]
[23]
[24]
[25]
[26]
[27]
[28]
[29]
[30]
[31]
[32]
[33]
[34]
[35]
[36]
[37]
[38]
[39]
[40]
[41]
[42]
[43]
[44]
[45]
[46]
[47]
[48]
[49]
[50]
[51]
[52]
[53]
[54]
[55]
[56]
[57]
[58]
[59]
[60]
[61]
[62]
[63]
[64]
[65]
[66]
[67]
[68]
[69]
[70]
[71]
[72]
[73]
[74]
[75]
[76]
[77]
[78]
[79]
[80]
[81]
[82]
[83]
[84]
[85]
[86]
[87]
[88]
[89]
[90]
[91]
[92]
[93]
[94]
[95]
[96]
[97]
[98]
[99]
[100]
[101]
[102]
[103]
[104]
[105]
[106]
[107]
[108]
[109]
[110]
[111]
[112]
[113]
[114]
[115]
[116]
[117]
[118]
[119]
[120]
[121]
[122]
[123]
[124]
[125]
[126]
[127]
[128]
[129]
[130]
[131]
[132]
[133]
[134]
[135]
[136]
[137]
[138]
[139]
[140]
[141]
[142]
[143]
[144]
[145]
[146]
[147]
[148]
[149]
[150]

3:1 Een psalm van David, als hij vlood voor het aangezicht van zijn zoon Absalom. (3:2) O HEERE! hoe zijn mijn tegenpartijders vermenigvuldigd; velen staan tegen mij op.

3:2 (3:3) Velen zeggen van mijn ziel: Hij heeft geen heil bij God. Sela.

3:3 (3:4) Doch Gij, HEERE! zijt een Schild voor mij, mijn eer, en Die mijn hoofd opheft.

3:4 (3:5) Ik riep met mijn stem tot den HEERE, en Hij verhoorde mij van den berg Zijner heiligheid. Sela.

3:5 (3:6) Ik lag neder en sliep; ik ontwaakte, want de HEERE ondersteunde mij.

3:6 (3:7) Ik zal niet vrezen voor tienduizenden des volks, die zich rondom tegen mij zetten.

3:7 (3:8) Sta op, HEERE, verlos mij, mijn God; want Gij hebt al mijn vijanden op het kinnebakken geslagen; de tanden der goddelozen hebt Gij verbroken.

3:8 (3:9) Het heil is des HEEREN; Uw zegen is over Uw volk. Sela.