We Love God!

God: "I looked for someone to take a stand for me, and stand in the gap" (Ezekiel 22:30)

We do know that Jesus' prayerful waiting for God's instructions freed Him from the tyranny of the urgent. It gave Him a sense of direction, a steady pace, and enabled Him to do every task God assigned. And on the last night He could say, 'I have finished the work which Thou gavest me to do.'
Charles Hummel

Compassion does not mean compromising biblical truth. But sexual identity must be for us more than an abstract social issue. Real souls have endured real anguish over it. We must seek to understand their painful stories before we speak into their struggles. The more we know, the more compassionate will be our truthful response.
Jon Bloom

Bible – dutch – FREE Online Hollands Statenvertaling. Psalmen Chapter 81:1-16.

Main Index: Hollands Statenvertaling

 

Psalmen 81

[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
[7]
[8]
[9]
[10]
[11]
[12]
[13]
[14]
[15]
[16]
[17]
[18]
[19]
[20]
[21]
[22]
[23]
[24]
[25]
[26]
[27]
[28]
[29]
[30]
[31]
[32]
[33]
[34]
[35]
[36]
[37]
[38]
[39]
[40]
[41]
[42]
[43]
[44]
[45]
[46]
[47]
[48]
[49]
[50]
[51]
[52]
[53]
[54]
[55]
[56]
[57]
[58]
[59]
[60]
[61]
[62]
[63]
[64]
[65]
[66]
[67]
[68]
[69]
[70]
[71]
[72]
[73]
[74]
[75]
[76]
[77]
[78]
[79]
[80]
[81]
[82]
[83]
[84]
[85]
[86]
[87]
[88]
[89]
[90]
[91]
[92]
[93]
[94]
[95]
[96]
[97]
[98]
[99]
[100]
[101]
[102]
[103]
[104]
[105]
[106]
[107]
[108]
[109]
[110]
[111]
[112]
[113]
[114]
[115]
[116]
[117]
[118]
[119]
[120]
[121]
[122]
[123]
[124]
[125]
[126]
[127]
[128]
[129]
[130]
[131]
[132]
[133]
[134]
[135]
[136]
[137]
[138]
[139]
[140]
[141]
[142]
[143]
[144]
[145]
[146]
[147]
[148]
[149]
[150]

81:1 Voor den opperzangmeester, op de Gittith, een psalm van Asaf. (81:2) Zingt vrolijk Gode, onze Sterkte; juicht den God van Jakob.

81:2 (81:3) Heft een psalm op, en geeft de trommel; de liefelijke harp met de luit.

81:3 (81:4) Blaast de bazuin in de nieuwe maan, ter bestemder tijd, op onzen feestdag.

81:4 (81:5) Want dat is een inzetting in Israel, een recht van den God Jakobs.

81:5 (81:6) Hij heeft het gezet tot een getuigenis in Jozef, als Hij uitgetogen was tegen Egypteland; alwaar ik gehoord heb een spraak, die ik niet verstond;

81:6 (81:7) Ik heb zijn schouder van den last onttrokken; zijn handen zijn van de potten ontslagen.

81:7 (81:8) In de benauwdheid riept gij, en Ik hielp u uit; Ik antwoordde u uit de schuilplaats des donders; Ik beproefde u aan de wateren van Meriba. Sela.

81:8 (81:9) Mijn volk, zeide Ik hoor toe, en Ik zal onder u betuigen, Israel, of gij naar Mij hoordet!

81:9 (81:10) Er zal onder u geen uitlands god wezen, en gij zult u voor geen vreemden god nederbuigen.

81:10 (81:11) Ik ben de Heere, uw God, Die u heb opgevoerd uit het land van Egypte; doe uw mond wijd open, en Ik zal hem vervullen.

81:11 (81:12) Maar Mijn volk heeft Mijn stem niet gehoord; en Israel heeft Mijner niet gewild.

81:12 (81:13) Dies heb Ik het overgegeven in het goeddunken huns harten, dat zij wandelden in hun raadslagen.

81:13 (81:14) Och, dat Mijn volk naar Mij gehoord had, dat Israel in Mijn wegen gewandeld had!

81:14 (81:15) In kort zou Ik hun vijanden gedempt hebben, en Mijn hand gewend hebben tegen hun wederpartijders.

81:15 (81:16) Die den HEERE haten, zouden zich Hem geveinsdelijk onderworpen hebben, maar hunlieder tijd zou eeuwig geweest zijn.

81:16 (81:17) En Hij zou het gespijsd hebben met het vette der tarwe; ja, Ik zou u verzadigd hebben met honig uit de rotsstenen.