We Love God!

God: "I looked for someone to take a stand for me, and stand in the gap" (Ezekiel 22:30)

Because of our Lord’s exalted status, the day will come when all of creation, beginning at the return of our Lord and throughout eternity, will bow the knee and confess that Jesus is Lord (see Philippians 2:10-11). Believers will do that willingly and joyfully. All the rest of creation will do it against their will. Bottom line, in the end all will surrender to the lordship of Jesus Christ. The Book of Revelation, chapter 5, verses 13-14 declares, “And every created thing which is in heaven and on the earth and under the earth and on the sea, and all things in them, I heard saying, ‘To Him who sits on the throne, and to the Lamb, be blessing and honor and glory and dominion forever and ever.’”
Randy Smith

It is impossible to conceive a Savior more suited to the wants of man’s heart than our Lord Jesus Christ - suited not only by His power, but by His sympathy - suited not only by His divinity, but by His humanity. Labor, I beseech you, to get firmly impressed on your mind that Christ, the refuge of souls, is Man as well as God. Honor Him as King of kings, and Lord of lords. But while you do this, never forget that He had a body and was a Man. Grasp this truth and never let it go. The unhappy Socinian errs fearfully when he says that Christ was only Man, and not God. But let not the rebound from that error make you forget that while Christ was very God, He was also very Man.
J.C. Ryle

Bible – dutch – FREE Online Hollands Statenvertaling. Psalmen Chapter 85:1-13.

Main Index: Hollands Statenvertaling

 

Psalmen 85

[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
[7]
[8]
[9]
[10]
[11]
[12]
[13]
[14]
[15]
[16]
[17]
[18]
[19]
[20]
[21]
[22]
[23]
[24]
[25]
[26]
[27]
[28]
[29]
[30]
[31]
[32]
[33]
[34]
[35]
[36]
[37]
[38]
[39]
[40]
[41]
[42]
[43]
[44]
[45]
[46]
[47]
[48]
[49]
[50]
[51]
[52]
[53]
[54]
[55]
[56]
[57]
[58]
[59]
[60]
[61]
[62]
[63]
[64]
[65]
[66]
[67]
[68]
[69]
[70]
[71]
[72]
[73]
[74]
[75]
[76]
[77]
[78]
[79]
[80]
[81]
[82]
[83]
[84]
[85]
[86]
[87]
[88]
[89]
[90]
[91]
[92]
[93]
[94]
[95]
[96]
[97]
[98]
[99]
[100]
[101]
[102]
[103]
[104]
[105]
[106]
[107]
[108]
[109]
[110]
[111]
[112]
[113]
[114]
[115]
[116]
[117]
[118]
[119]
[120]
[121]
[122]
[123]
[124]
[125]
[126]
[127]
[128]
[129]
[130]
[131]
[132]
[133]
[134]
[135]
[136]
[137]
[138]
[139]
[140]
[141]
[142]
[143]
[144]
[145]
[146]
[147]
[148]
[149]
[150]

85:1 Een psalm, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach. (85:2) Gij zijt Uw lande gunstig geweest, HEERE! de gevangenis van Jakob hebt Gij gewend.

85:2 (85:3) De misdaad Uws volks hebt Gij weggenomen; Gij hebt al hun zonden bedekt. Sela.

85:3 (85:4) Gij hebt weggenomen al Uw verbolgenheid; Gij hebt U gewend van de hittigheid Uws toorns.

85:4 (85:5) Breng ons weder, o God onzes heils! en doe te niet Uw toornigheid over ons.

85:5 (85:6) Zult Gij eeuwiglijk tegen ons toornen? Zult Gij Uw toorn uitstrekken van geslacht tot geslacht?

85:6 (85:7) Zult Gij ons niet weder levend maken, opdat Uw volk zich in U verblijde?

85:7 (85:8) Toon ons Uw goedertierenheid, o HEERE, en geef ons Uw heil.

85:8 (85:9) Ik zal horen, wat God, de HEERE, spreken zal; want Hij zal tot Zijn volk en tot Zijn gunstgenoten van vrede spreken; maar dat zij niet weder tot dwaasheid keren.

85:9 (85:10) Zekerlijk, Zijn heil is nabij degenen, die Hem vrezen, opdat in ons land eer wone.

85:10 (85:11) De goedertierenheid en waarheid zullen elkander ontmoeten; de gerechtigheid en vrede zullen elkander kussen.

85:11 (85:12) De waarheid zal uit de aarde spruiten, en gerechtigheid zal van den hemel nederzien.

85:12 (85:13) Ook zal de HEERE het goede geven; en ons land zal zijn vrucht geven.

85:13 (85:14) De gerechtigheid zal voor Zijn aangezicht henengaan, en Hij zal ze zetten op den weg Zijner voetstappen.