Main Index: Hollands Statenvertaling

 

Psalmen 118

[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
[7]
[8]
[9]
[10]
[11]
[12]
[13]
[14]
[15]
[16]
[17]
[18]
[19]
[20]
[21]
[22]
[23]
[24]
[25]
[26]
[27]
[28]
[29]
[30]
[31]
[32]
[33]
[34]
[35]
[36]
[37]
[38]
[39]
[40]
[41]
[42]
[43]
[44]
[45]
[46]
[47]
[48]
[49]
[50]
[51]
[52]
[53]
[54]
[55]
[56]
[57]
[58]
[59]
[60]
[61]
[62]
[63]
[64]
[65]
[66]
[67]
[68]
[69]
[70]
[71]
[72]
[73]
[74]
[75]
[76]
[77]
[78]
[79]
[80]
[81]
[82]
[83]
[84]
[85]
[86]
[87]
[88]
[89]
[90]
[91]
[92]
[93]
[94]
[95]
[96]
[97]
[98]
[99]
[100]
[101]
[102]
[103]
[104]
[105]
[106]
[107]
[108]
[109]
[110]
[111]
[112]
[113]
[114]
[115]
[116]
[117]
[118]
[119]
[120]
[121]
[122]
[123]
[124]
[125]
[126]
[127]
[128]
[129]
[130]
[131]
[132]
[133]
[134]
[135]
[136]
[137]
[138]
[139]
[140]
[141]
[142]
[143]
[144]
[145]
[146]
[147]
[148]
[149]
[150]

118:1 Looft den HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

118:2 Dat Israel nu zegge, dat Zijn goedertierenheid in der eeuwigheid is.

118:3 Het huis van Aaron zegge nu, dat Zijn goedertierenheid in der eeuwigheid is.

118:4 Dat degenen, die den HEERE vrezen, nu zeggen, dat Zijn goedertierenheid in der eeuwigheid is.

118:5 Uit de benauwdheid heb ik den HEERE aangeroepen; de HEERE heeft mij verhoord, stellende mij in de ruimte.

118:6 De HEERE is bij mij, ik zal niet vrezen; wat zal mij een mens doen?

118:7 De HEERE is bij mij onder degenen, die mij helpen; daarom zal ik mijn lust zien aan degenen, die mij haten.

118:8 Het is beter tot den HEERE toevlucht te nemen, dan op den mens te vertrouwen.

118:9 Het is beter tot den HEERE toevlucht te nemen, dan op prinsen te vertrouwen.

118:10 Alle heidenen hadden mij omringd; het is in den Naam des HEEREN, dat ik ze verhouwen heb.

118:11 Zij hadden mij omringd, ja, zij hadden mij omringd; het is in den Naam des HEEREN, dat ik ze verhouwen heb.

118:12 Zij hadden mij omringd als bijen; zij zijn uitgeblust als een doornenvuur; het is in den Naam des HEEREN, dat ik ze verhouwen heb.

118:13 Gij hadt mij zeer hard gestoten, tot vallens toe, maar de HEERE heeft mij geholpen.

118:14 De HEERE is mijn Sterkte en Psalm, want Hij is mij tot heil geweest.

118:15 In de tenten der rechtvaardigen is een stem des gejuichs en des heils; de rechterhand des HEEREN doet krachtige daden.

118:16 De rechterhand des HEEREN is verhoogd; de rechterhand des HEEREN doet krachtige daden.

118:17 Ik zal niet sterven, maar leven; en ik zal de werken des HEEREN vertellen.

118:18 De HEERE heeft mij wel hard gekastijd; maar Hij heeft mij ter dood niet overgegeven.

118:19 Doet mij de poorten der gerechtigheid open, ik zal daardoor ingaan, ik zal den HEERE loven.

118:20 Dit is de poort des HEEREN, door dewelke de rechtvaardigen zullen ingaan.

118:21 Ik zal U loven, omdat Gij mij verhoord hebt, en mij tot heil geweest zijt.

118:22 De steen, dien de bouwlieden verworpen hadden, is tot een hoofd des hoeks geworden.

118:23 Dit is van den HEERE geschied, en het is wonderlijk in onze ogen.

118:24 Dit is de dag, dien de HEERE gemaakt heeft; laat ons op denzelven ons verheugen, en verblijd zijn.

118:25 Och HEERE! geef nu heil; och HEERE! geef nu voorspoed.

118:26 Gezegend zij hij, die daar komt in den Naam des HEEREN! Wij zegenen ulieden uit het huis des HEEREN.

118:27 De HEERE is God, Die ons licht gegeven heeft. Bindt het feest offer met touwen tot aan de hoornen van het altaar.

118:28 Gij zijt mijn God, daarom zal ik U loven; o mijn God! ik zal U verhogen.

118:29 Loof den HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.