We Love God!

God: "I looked for someone to take a stand for me, and stand in the gap" (Ezekiel 22:30)

Blessed are the single-hearted, for they shall enjoy much peace… If you refuse to be hurried and pressed, if you stay your soul on God, nothing can keep you from that clearness of spirit which is life and peace. In that stillness you know what His will is.
Amy Carmichael

The end of study is information, and the end of meditation is practice, or a work upon the affections. Study is like a winter sun, that shines, but warms not: but meditation is like a blowing upon the fire, where we do not mind the blaze, but the heat. The end of study is to hoard up truth; but of meditation to lay it forth in conference or holy conversation.
Thomas Manton

Bible – dutch – FREE Online Hollands Statenvertaling. Spreuken van Salomo Chapter 7:1-27.

Main Index: Hollands Statenvertaling

 

Spreuken van Salomo 7

[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
[7]
[8]
[9]
[10]
[11]
[12]
[13]
[14]
[15]
[16]
[17]
[18]
[19]
[20]
[21]
[22]
[23]
[24]
[25]
[26]
[27]
[28]
[29]
[30]
[31]

7:1 Mijn zoon, bewaar mijn redenen, en leg mijn geboden bij u weg.

7:2 Bewaar mijn geboden, en leef, en mijn wet als den appel uwer ogen.

7:3 Bind ze aan uw vingeren, schrijf ze op de tafels uws harten.

7:4 Zeg tot de wijsheid: Gij zijt mijn zuster; en heet het verstand uw bloedvriend;

7:5 Opdat zij u bewaren voor een vreemde vrouw, voor de onbekende, die met haar redenen vleit.

7:6 Want door het venster van mijn huis, door mijn tralie keek ik uit;

7:7 En ik zag onder de slechten; ik merkte onder de jonge gezellen een verstandelozen jongeling;

7:8 Voorbijgaande op de straat, nevens haar hoek, en hij trad op den weg van haar huis.

7:9 In de schemering, in den avond des daags, in den zwarten nacht en de donkerheid;

7:10 En ziet, een vrouw ontmoette hem in hoerenversiersel, en met het hart op haar hoede;

7:11 Deze was woelachtig en wederstrevig, haar voeten bleven in haar huis niet;

7:12 Nu buiten, dan op de straten zijnde, en bij alle hoeken loerende;

7:13 En zij greep hem aan, en kuste hem; zij sterkte haar aangezicht, en zeide tot hem:

7:14 Dankoffers zijn bij mij, ik heb heden mijn geloften betaald;

7:15 Daarom ben ik uitgegaan u tegemoet, om uw aangezicht naarstiglijk te zoeken, en ik heb u gevonden.

7:16 Ik heb mijn bedstede met tapijtsieraad toegemaakt, met uitgehouwen werken, met fijn linnen van Egypte;

7:17 Ik heb mijn leger met mirre, aloe en kaneel welriekende gemaakt;

7:18 Kom, laat ons dronken worden van minnen tot den morgen toe; laat ons ons vrolijk maken in grote liefde.

7:19 Want de man is niet in zijn huis, hij is een verren weg getogen;

7:20 Hij heeft een bundel gelds in zijn hand genomen; ten bestemden dage zal hij naar zijn huis komen.

7:21 Zij bewoog hem door de veelheid van haar onderricht, zij dreef hem aan door het gevlei harer lippen.

7:22 Hij ging haar straks achterna, gelijk een os ter slachting gaat, en gelijk een dwaas tot de tuchtiging der boeien.

7:23 Totdat hem de pijl zijn lever doorsneed; gelijk een vogel zich haast naar den strik, en niet weet, dat dezelve tegen zijn leven is.

7:24 Nu dan, kinderen, hoort naar mij, en luistert naar de redenen mijns monds.

7:25 Laat uw hart tot haar wegen niet wijken, dwaalt niet op haar paden.

7:26 Want zij heeft veel gewonden nedergeveld, en al haar gedoden zijn machtig vele.

7:27 Haar huis zijn wegen des grafs, dalende naar de binnenkameren des doods.