Main Index: Hollands Statenvertaling

 

Spreuken van Salomo 2

[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
[7]
[8]
[9]
[10]
[11]
[12]
[13]
[14]
[15]
[16]
[17]
[18]
[19]
[20]
[21]
[22]
[23]
[24]
[25]
[26]
[27]
[28]
[29]
[30]
[31]

2:1 Mijn zoon! zo gij mijn redenen aanneemt, en mijn geboden bij u weglegt;

2:2 Om uw oren naar wijsheid te doen opmerken; zo gij uw hart tot verstandigheid neigt;

2:3 Ja, zo gij tot het verstand roept, uw stem verheft tot de verstandigheid;

2:4 Zo gij haar zoekt als zilver, en naspeurt als verborgen schatten;

2:5 Dan zult gij de vreze des HEEREN verstaan, en zult de kennis van God vinden.

2:6 Want de HEERE geeft wijsheid; uit Zijn mond komt kennis en verstand.

2:7 Hij legt weg voor de oprechten een bestendig wezen; Hij is een Schild dengenen, die oprechtelijk wandelen;

2:8 Opdat zij de paden des rechts houden; en Hij zal den weg Zijner gunstgenoten bewaren.

2:9 Dan zult gij verstaan gerechtigheid, en recht, en billijkheden, en alle goed pad.

2:10 Als de wijsheid in uw hart zal gekomen zijn, en de wetenschap voor uw ziel zal liefelijk zijn;

2:11 Zo zal de bedachtzaamheid over u de wacht houden, de verstandigheid zal u behoeden;

2:12 Om u te redden van den kwaden weg, van den man, die verkeerdheden spreekt;

2:13 Van degenen, die de paden der oprechtheid verlaten, om te gaan in de wegen der duisternis;

2:14 Die blijde zijn in het kwaad doen, zich verheugen in de verkeerdheden des kwaden;

2:15 Welker paden verkeerd zijn, en afwijkende in hun sporen;

2:16 Om u te redden van de vreemde vrouw, van de onbekende, die met haar redenen vleit;

2:17 Die den leidsman harer jonkheid verlaat, en het verbond haars Gods vergeet;

2:18 Want haar huis helt naar den dood, en haar paden naar de overledenen.

2:19 Allen die tot haar ingaan, zullen niet wederkomen, en zullen de paden des levens niet aantreffen;

2:20 Opdat gij wandelt op den weg der goeden, en houdt de paden der rechtvaardigen.

2:21 Want de vromen zullen de aarde bewonen, en de oprechten zullen daarin overblijven;

2:22 Maar de goddelozen zullen van de aarde uitgeroeid worden, en de trouwelozen zullen er van uitgerukt worden.