Main Index: Hollands Statenvertaling
Spreuken van Salomo 9
[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
[7]
[8]
[9]
[10]
[11]
[12]
[13]
[14]
[15]
[16]
[17]
[18]
[19]
[20]
[21]
[22]
[23]
[24]
[25]
[26]
[27]
[28]
[29]
[30]
[31]
9:1 De opperste Wijsheid heeft Haar huis gebouwd; Zij heeft Haar zeven pilaren gehouwen.
9:2 Zij heeft Haar slachtvee geslacht. Zij heeft Haar wijn gemengd; ook heeft Zij Haar tafel toegericht.
9:3 Zij heeft Haar dienstmaagden uitgezonden; Zij nodigt op de tinnen van de hoogten der stad:
9:4 Wie is slecht? Hij kere zich herwaarts! Tot de verstandeloze zegt Zij:
9:5 Komt, eet van Mijn brood, en drinkt van den wijn, dien Ik gemengd heb.
9:6 Verlaat de slechtigheden, en leeft; en treedt in den weg des verstands.
9:7 Wie den spotter tuchtigt, behaalt zich schande; en die den goddeloze bestraft, zijn schandvlek.
9:8 Bestraf den spotter niet, opdat hij u niet hate; bestraf den wijze, en hij zal u liefhebben.
9:9 Leer den wijze, zo zal hij nog wijzer worden; onderwijs den rechtvaardige, zo zal hij in leer toenemen.
9:10 De vreze des HEEREN is het beginsel der wijsheid, en de wetenschap der heiligen is verstand.
9:11 Want door Mij zullen uw dagen vermenigvuldigen, en de jaren des levens zullen u toegedaan worden.
9:12 Indien gij wijs zijt, gij zijt wijs voor uzelven; en zijt gij een spotter, gij zult het alleen dragen.
9:13 Een zotte vrouw is woelachtig, de slechtigheid zelve, en weet niet met al.
9:14 En zij zit aan de deur van haar huis, op een stoel, op de hoge plaatsen der stad;
9:15 Om te roepen degenen, die op den weg voorbijgaan, die hun paden recht maken, zeggende:
9:16 Wie is slecht? Hij kere zich herwaarts; en tot den verstandeloze zegt zij:
9:17 De gestolen wateren zijn zoet, en het verborgen brood is liefelijk.
9:18 Maar hij weet niet, dat aldaar doden zijn; haar genoden zijn in de diepten der hel.