Main Index: Hollands Statenvertaling

 

Spreuken van Salomo 21

[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
[7]
[8]
[9]
[10]
[11]
[12]
[13]
[14]
[15]
[16]
[17]
[18]
[19]
[20]
[21]
[22]
[23]
[24]
[25]
[26]
[27]
[28]
[29]
[30]
[31]

21:1 Des konings hart is in de hand des HEEREN als waterbeken. Hij neigt het tot al wat Hij wil.

21:2 Alle weg des mensen is recht in zijn ogen; maar de HEERE weegt de harten.

21:3 Gerechtigheid en recht te doen is bij den HEERE uitgelezener dan offer.

21:4 Hoogheid der ogen, en trotsheid des harten, en de ploeging der goddelozen, zijn zonde.

21:5 De gedachten des vlijtigen zijn alleen tot overschot; maar van een ieder, die haastig is, alleen tot gebrek.

21:6 Te arbeiden om schatten met een valse tong, is een voortgedrevene ijdelheid dergenen, die den dood zoeken.

21:7 De verwoesting der goddelozen zal hen doorsnijden, omdat zij weigeren recht te doen.

21:8 De weg des mensen is gans verkeerd en vreemd; maar het werk des zuiveren is recht.

21:9 Het is beter te wonen op een hoek van het dak, dan met een kijfachtige huisvrouw, en dat in een huis van gezelschap.

21:10 De ziel des goddelozen begeert het kwaad; zijn naaste krijgt geen genade in zijn ogen.

21:11 Als men den spotter straft, wordt de slechte wijs; en als men den wijze onderricht, neemt hij wetenschap aan.

21:12 De rechtvaardige let verstandelijk op des goddelozen huis, als God de goddelozen in het kwaad stort.

21:13 Die zijn oor stopt voor het geschrei des armen, die zal ook roepen, en niet verhoord worden.

21:14 Een gift in het verborgene houdt den toorn onder, en een geschenk in den schoot de sterke grimmigheid.

21:15 Het is den rechtvaardige een blijdschap recht te doen; maar voor de werkers der ongerechtigheid is het verschrikking.

21:16 Een mens, die van den weg des verstands afdwaalt, zal in de gemeente der doden rusten.

21:17 Die blijdschap liefheeft, die zal gebrek lijden; die wijn en olie liefheeft, zal niet rijk worden.

21:18 De goddeloze is een rantsoen voor de rechtvaardigen, en de trouweloze voor de oprechten.

21:19 Het is beter te wonen in een woest land, dan bij een zeer kijfachtige en toornige huisvrouw.

21:20 In des wijzen woning is een gewenste schat, en olie; maar een zot mens verslindt zulks.

21:21 Die rechtvaardigheid en weldadigheid najaagt, zal het leven, rechtvaardigheid en eer vinden.

21:22 De wijze beklimt de stad der geweldigen, en werpt de sterkte huns vertrouwens neder.

21:23 Die zijn mond en zijn tong bewaart, bewaart zijn ziel van benauwdheden.

21:24 Die een hovaardig pocher is, zijn naam is spotter; hij gaat met hovaardige verbolgenheid te werk.

21:25 De begeerte des luiaards zal hem doden, want zijn handen weigeren te werken.

21:26 Den gansen dag begeert hij begeerlijke dingen; maar de rechtvaardige zal geven, en niet inhouden.

21:27 Het offer der goddelozen is een gruwel; hoeveel te meer, als zij het met een schandelijk voornemen brengen!

21:28 Een leugenachtig getuige zal vergaan; en een man, die hoort, zal spreken tot overwinning.

21:29 Een goddeloos man sterkt zich in zijn aangezicht; maar de oprechte, die maakt zijn weg vast.

21:30 Er is geen wijsheid, en er is geen verstand, en er is geen raad tegen den HEERE.

21:31 Het paard wordt bereid tegen den dag des strijds; maar de overwinning is des HEEREN.