Main Index: Hollands Statenvertaling

 

Spreuken van Salomo 15

[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
[7]
[8]
[9]
[10]
[11]
[12]
[13]
[14]
[15]
[16]
[17]
[18]
[19]
[20]
[21]
[22]
[23]
[24]
[25]
[26]
[27]
[28]
[29]
[30]
[31]

15:1 Een zacht antwoord keert de grimmigheid af; maar een smartend woord doet den toorn oprijzen.

15:2 De tong der wijzen maakt de wetenschap goed; maar de mond der zotten stort overvloediglijk dwaasheid uit.

15:3 De ogen des HEEREN zijn in alle plaatsen, beschouwende de kwaden en de goeden.

15:4 De medicijn der tong is een boom des levens; maar de verkeerdheid in dezelve is een breuk in den geest.

15:5 Een dwaas zal de tucht zijns vaders versmaden; maar die de bestraffing waarneemt, zal kloekzinniglijk handelen.

15:6 In het huis des rechtvaardigen is een grote schat; maar in des goddelozen inkomst is beroerte.

15:7 De lippen der wijzen zullen de wetenschap uitstrooien; maar het hart der zotten niet alzo.

15:8 Het offer der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar het gebed der oprechten is Zijn welgevallen.

15:9 De weg der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar dien, die de gerechtigheid najaagt, zal Hij liefhebben.

15:10 De tucht is onaangenaam voor dengene die het pad verlaat; en die de bestraffing haat, zal sterven.

15:11 De hel en het verderf zijn voor den HEERE; hoeveel te meer de harten van des mensen kinderen?

15:12 De spotter zal niet liefhebben, die hem bestraft; hij zal niet gaan tot de wijzen.

15:13 Een vrolijk hart zal het aangezicht blijde maken; maar door de smart des harten wordt de geest verslagen.

15:14 Een verstandig hart zal de wetenschap opzoeken; maar de mond der zotten zal met dwaasheid gevoed worden.

15:15 Al de dagen des bedrukten zijn kwaad; maar een vrolijk hart is een gedurige maaltijd.

15:16 Beter is weinig met de vreze des HEEREN, dan een grote schat, en onrust daarbij.

15:17 Beter is een gerecht van groen moes, waar ook liefde is, dan een gemeste os, en haat daarbij.

15:18 Een grimmig man zal gekijf verwekken; maar de lankmoedige zal den twist stillen.

15:19 De weg des luiaards is als een doornheg; maar het pad der oprechten is welgebaand.

15:20 Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot mens veracht zijn moeder.

15:21 De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap; maar een man van verstand zal recht wandelen.

15:22 De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan.

15:23 Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd!

15:24 De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden.

15:25 Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten.

15:26 Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen.

15:27 Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven.

15:28 Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten.

15:29 De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren.

15:30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet.

15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten.

15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand.

15:33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.