Main Index: Hollands Statenvertaling

 

Spreuken van Salomo 22

[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
[7]
[8]
[9]
[10]
[11]
[12]
[13]
[14]
[15]
[16]
[17]
[18]
[19]
[20]
[21]
[22]
[23]
[24]
[25]
[26]
[27]
[28]
[29]
[30]
[31]

22:1 De naam is uitgelezener dan grote rijkdom, de goede gunst dan zilver en dan goud.

22:2 Rijken en armen ontmoeten elkander; de HEERE heeft hen allen gemaakt.

22:3 Een kloekzinnig mens ziet het kwaad, en verbergt zich; maar de slechten gaan henen door, en worden gestraft.

22:4 Het loon der nederigheid, met de vreze des HEEREN, is rijkdom, en eer, en leven.

22:5 Doornen en strikken zijn in den weg des verkeerden; die zijn ziel bewaart, zal zich verre van die maken.

22:6 Leer den jongen de eerste beginselen naar den eis zijns wegs; als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken.

22:7 De rijke heerst over de armen; en die ontleent, is des leners knecht.

22:8 Die onrecht zaait, zal moeite maaien; en de roede zijner verbolgenheid zal een einde nemen.

22:9 Die goed van oog is, die zal gezegend worden; want hij heeft van zijn brood den armen gegeven.

22:10 Drijf den spotter uit, en het gekijf zal weggaan, en het geschil met de schande zal ophouden.

22:11 Die de reinheid des harten liefheeft, wiens lippen aangenaam zijn, diens vriend is de koning.

22:12 De ogen des HEEREN bewaren de wetenschap; maar de zaken des trouwelozen zal Hij omkeren.

22:13 De luiaard zegt: Er is een leeuw buiten; ik mocht op het midden der straten gedood worden!

22:14 De mond der vreemde vrouwen is een diepe gracht; op welken de HEERE vergramd is, zal daarin vallen.

22:15 De dwaasheid is in het hart des jongen gebonden; de roede der tucht zal ze verre van hem wegdoen.

22:16 Die den arme verdrukt, om het zijne te vermeerderen, en den rijke geeft, komt zekerlijk tot gebrek.

22:17 Neig uw oor, en hoor de woorden der wijzen, en stel uw hart tot mijn wetenschap;

22:18 Want het is liefelijk, als gij die in uw binnenste bewaart; zij zullen samen op uw lippen gepast worden.

22:19 Opdat uw vertrouwen op den HEERE zij, maak ik u die heden bekend; gij ook maak ze bekend.

22:20 Heb ik u niet heerlijke dingen geschreven van allerlei raad en wetenschap?

22:21 Om u bekend te maken de zekerheid van de redenen der waarheid; opdat gij de redenen der waarheid antwoorden moogt dengenen, die u zenden.

22:22 Beroof den arme niet, omdat hij arm is; en verbrijzel den ellendige niet in de poort.

22:23 Want de HEERE zal hun twistzaak twisten, en Hij zal dengenen, die hen beroven, de ziel roven.

22:24 Vergezelschap u niet met een grammoedige, en ga niet om met een zeer grimmig man;

22:25 Opdat gij zijn paden niet leert, en een strik over uw ziel haalt.

22:26 Wees niet onder degenen, die in de hand klappen, onder degenen, die voor schulden borg zijn.

22:27 Zo gij niet hadt om te betalen, waarom zou men uw bed van onder u wegnemen?

22:28 Zet de oude palen niet terug, die uw vaderen gemaakt hebben.

22:29 Hebt gij een man gezien, die vaardig in zijn werk is? Hij zal voor het aangezicht der koningen gesteld worden; voor het aangezicht der ongeachte lieden zal hij niet gesteld worden.